Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Nee, ik heb mijn mavo niet afgemaakt! Er komt een bescheiden lachje op Arthur zijn gezicht. “School is gewoon niet mijn ding” voegt hij er aan toe. Ik heb op vijf verschillende lagere scholen gezeten en het grappige is, mijn hele familie zit in het onderwijs. Ik heb dyslectie, dyscalculie en ik heb gewoon niets met wat ze op school leren. Ze leren soms dingen waar je nooit iets mee zal gaan doen, waarom zou ik het dan leren. Ik werd totaal niet gemotiveerd, als ze zeiden dat ik goede cijfers had, was dat voor mij een reden om er verder niet veel meer aan te doen.

Toen ik hem vroeg of hij al eens getest is op hoogbegaafdheid, knikte Arthur bevestigend. En ja, voegt hij er aan toe, er is ook uitgekomen dat ik hoogbegaafd ben. Maar wat kan ik ermee ? Moet ik dan zeggen “ik ben hoogbegaafd” en wat zegt dat dan eigenlijk. Mensen denken dan dat je makkelijk kunt leren, maar dat is niet zo. Ik heb enorm geworsteld met school, ik stelde kritische vragen, begreep niet waarom ik dingen moest leren waar ik niets aan had en het voelde alsof ik werd afgeremd.

Arthur begon met havo en ging al snel over naar mavo, waar hij vervolgens in de derde klas vastliep. Er bleek een traject te zijn waarmee hij direct door kon naar het mbo. Hiervoor moest hij bij het ROC een toets doen en kreeg hij een “groen licht certificaat” waarbij hij zonder middelbare school diploma in kon stromen in het mbo. Hij moest beginnen bij niveau 2. Toen ik hem vroeg hoe dat voor hem was, zei hij “tsja, met twee vingers in mijn neus kon ik deze opleiding doen. Toch vond ik de uitdaging in dingen als tekening lezen, daar beet ik mij in vast”. “Niveau 3 heb ik dan ook in één jaar gedaan en tegelijk ben ik begonnen aan de instructeursopleiding” voegde hij er aan toe. “Want ik wil ook les gaan geven.”

Ik vroeg Arthur of hij ook overweegt om bij een interieurbouwer te gaan werken. Vervolgens zegt hij lachend “we hebben dit gesprek op het juiste moment, want ik krijg morgen van school een contract aangeboden voor instructeur én ik heb het verzoek van mijn stagebedrijf gekregen om te blijven”. “Dus ik heb een dilemma én ik heb gewoon nog meer dromen”.

Arthur begint te vertellen over dat hij een jaar naar Zweden wil om daar op een camping te gaan werken als meubelmaker of onderhoudsmedewerker. Ook heeft hij een grote interesse voor films, hij vertelt met enthousiasme over zijn opbouw activiteiten achter de schermen.

“Maar eerst mijn proeve van bekwaamheid halen in juni” zegt hij stellig en ik vraag hem naar zijn eindopdracht. Lachend vertelt hij dat hij een klavecimbel als eindopdracht wilt maken. Het voldoet wel aan alle eisen hoor, maar de school zegt dat ik het niet ga redden in die tijd. Ik vraag hem of hij denkt het te gaan redden. “Makkelijk” zegt hij lachend. “Maar ik heb geleerd dat ik me aan zal moeten passen aan de school en dus zal het iets anders worden”.

Bij het afronden van het gesprek vraag ik hem wat zijn ultieme droom is voor de toekomst, hoewel ik me heel goed realiseer dat mensen als Arthur zich nooit richten op één ding. “Ik wil het onderwijs gaan veranderen en me gaan richten op de probleemjongeren, want die zijn er veel wist je dat ?” Ik moet lachen om de ironie hiervan en realiseer me dat de wereld zoveel meer van deze toppers nodig heeft !

Inmiddels is Arthur geslaagd en werkt hij als praktijkdocent bij Curio! 

Dank je wel Arthur Lammers, het is een groot genoegen je te kennen en ik hoop dat we nog veel van je horen.